• LIJST
  • BEELD
  • ROL

Delmulle Delmulle ARCHITECTEN

Project WIG

1991

Group

Overgang tussen land en water op een stedelijke manier, geen strandpartij, geen uitgerafelde grasbermen.
Een kaaimuur die het water netjes binnen de oevers houdt.
De mens die de natuur aan banden legt.
Het water als uiterste grens.

Langs het water wordt een park voorzien, een stedelijk park, de bomen zijn gelijnd op een raster van 5 bij 5 m.
Langs de Nederschelde is een lineair park gedacht dat qua dimensies evenwaardig is aan de waterloop.
Het water als diepte, de bomen als hoogte.
De breedte van de Nederschelde is 30 tot 45 m, die van het stadspark varieert tussen 20 en 100 m.
De waterloop: sterke unitaire horizontaliteit. Het park: individuele verticaliteit van de bomen.

De woningen op de kaaimuur: sterke horizontaliteit. De verbindingen met de stad: de woontorens: verticaliteit.
De woningen tonen individualiteit door de afzonderlijke stukken muur per entiteit. De woningen zitten collectief ondereen gezamenlijk dak.
Het geheel is sterk gebonden door de imaginaire ruimte, nog eens versterkt door de uitsnijdingen van de noordgevels.
Een entiteit van de kaaimuur is horizontaal gedraaid en omhoog getrokken tot verticaliteit waarbij de gaten langwerpige lijnen worden ter ondersteuning van de verticaliteit van de torens.
De woningen op de kaaimuur zijn opgesteld als filter tussen park en water, natuur en nat uur.

Door de bijkomende kaaimuurwoningen en de afbraak ter plaatse van het park, blijft de densiteit aan woningen stabiel. De verhoging van dichtheid in aansluiting met de stad gebeurt door woontorens die een uitzicht geven over de stad en er sterk mee verbonden zijn. De woontorens zijn noord-zuid georiënteerd en worden op een sokkel geplaatst, eigen aan de specifieke omgeving.
De toren over de ringbaan, die aansluit bij de stad, heeft als sokkel de kruising van bruggen.
De torens op het eiland verbinden, via hun sokkel, het land met het water en geven een verbinding van het terrein met de stad.
De toren op het eigenlijke terrein heeft als sokkel de bestaande gebouwen op die specifieke plaats. De toren op dit terrein staat niet uitgelijnd met de andere.
De bestemming, het eindpunt.

Over het water is niet enkel een voetgangersverbinding met de stad gerealiseerd, maar ook een sterke visuele binding.
De voetpaden die de torens verbinden en waarlangs men over het water geraakt, zijn geen snelle verbindingen. Het zijn promenades waarbij de overgang over het water en het eiland geleidelijk gebeurt. De hoekige vormen van de paden geven een fragiele doch subtiele verbinding met de stad als een soort rekbeweging van benaderen en verdwijnen. In de sokkels aan de waterkant is een restaurant gevestigd en een café. De terrassen voor beiden liggen op de punt van het eiland, boven een parkeergebied dat zich half in de grond, half erboven situeert. Voor de aanleg van boten is hier infrastructuur voorzien.

Het wandelpad loopt verder door naar het centrum langs de visserij.
Waar de kaaiwoningen een terras hebben boven het water in relatie met de dichte omgeving, hebben de torenwoningen een terras in de lucht in relatie met de totaliteit van stad en omgeving.

Horizontaal, verticaal, fragmentarisch, algemeen.

Via de sokkel van de toren op het eigenlijke terrein loopt een weg tot op het binnenplein en terug naar het water. Het plein staat op die manier in verbinding met de stad enerzijds en de Nederschelde anderzijds.
Wonen op de kaaimuur tussen park en water.
Wonen in de torens boven de stad.

Wonen aan het binnenplein.
Door het creëren van het park krijgende daar tegenover gelegen woningen zicht op het park , licht en ruimte cfr. afbraak van de gebouwen aan het zuid te Gent.
Rond het binnenplein, stedelijk binnenplein, dat volledig verhard is en enkel is aangekleed met een rij bomen die vanuit het park het plein oversteekt, worden alle waardeloze woningen vervangen door betere en worden alle braakliggende gebieden opgevuld met nieuwe woningen, binnen de hoogtelijnen van de belendende gebouwen.
De garageboxen die daar momenteel aanwezig zijn, worden verhuisd naar de zone tegen de spoorweg.
Op het terrein tussen de Sasstraat en Louis De Smetstraat wordt een half verzonken parking voorzien met daarboven een plein. Het plein wordt aan de tuinzijde van woningen afgesloten door een gebouw waar openbare diensten als een ontmoetingscentrum, winkels, cafés, buurthuis, vergaderzalen, bankfiliaal,... een plaats krijgen.

Wonen in een gesloten bouwblok met een tuin.
Het bouwblok tegenover het plein wordt gesloopt. De woningen zijn weinig interessant. Ze worden vervangen door nieuwe woningen afgewisseld met privé-tuinen.
Aan het kruispunt van de Oude Brusselseweg en de Louis Van Houttestraat komt op het braakliggend terrein een nieuw gebouw waarin het postkantoor is gevestigd dat zodanig is opgevat dat er een overzichtelijk kruispunt ontstaat. Tevens verdwijnt aan de overkant van dit kruispunt de benedenverdieping.
Het standbeeld van Louis Van Houtte in de gelijknamige straat wordt úit de as van het rond punt geplaatst zodat de lijnbus gemakkelijk kan passeren. Het verkeer verloopt hier in één richting naar het park. Het vervolgt zijn weg via de Van Ooststraat tot aan het parkwaar de bus en ander verkeer rond het bouwblok met binnenplein in de Sasstraat geraken. Het verkeer in de Sasstraat verloopt in één richting, weg van het park. Op de hoek van de Sasstraat en de Kerkstraat komt een puntgebouw.

Boven en onder;  rumoer en rust;  finesse en brutaliteit; open en gesloten;  lucht en water; universeel en specifiek.  

Zo krijgt elke plek in dit stadsdeel, elke vorm van wonen een eigen karakter, samengevat tot een organische eenheid.

CREDITS

Status: 1991
Team: Frank Delmulle, Jiri Klokocka, Luc Reyn

PUBLICATIES

3e prijs architectuurwedstrijd Wonen in Gent '91

Status: 1991 / Team: Frank Delmulle, Jiri Klokocka, Luc Reyn

Project WIG

Heading

click to twist