• LIJST
  • BEELD
  • ROL

Delmulle Delmulle ARCHITECTEN

Project Papeye

1989

Group

Papeye is een ontwerp voor 22 woningen door een groep (toen) jonge architecten voor Leiedal: Stephane Beel, Philip Deceuninck, Dirk Defraeye, Koen Van De Vreken, Xaveer De Geyter, Frank Delmulle, Eugeen Liebaut, William Lievens, Rudy Debacker en Luc Reuse.

Het stedenbouwkundig ontwerp baseert zich op het oorspronkelijke stratenplan, zoals voorzien door de Intercommunale Leiedal en is enkel op die manier aangepast dat er een lus wordt gecreëerd in plaats van een pijpenkop. Sites op het terrein worden toegewezen door loting. Ieder heeft dus een specifieke opdracht, gebonden aan een specifieke plaats en gebuur. Zo ontstaat een ontwerpvrijheid gebaseerd op een perfecte dialoog. De visie die hierbij aan de grondslag ligt smeedt de aaneenschakeling van de diverse ontwerpen tot een eenheid. Ontwerpen in vrijheid en zonder stedenbouwkundige voorschriften wordt werkzaam gemaakt door mensen met een gelijkvormige visie samen te brengen, gekoppeld aan autoriteit en maturiteit. Zo ontstaat spontaan een gamma van mogelijke bouwvormen en manieren van wonen, waarvan de uiterlijke kwaliteiten een gevolg zijn van interne mogelijkheden met een noodzakelijke risicofactor. Om tot schoonheid te komen moet risico genomen worden. Alle gebouwen zijn ingeplant op ongeveer 500 m2 grond en hebben alle ongeveer 150 m2 bewoonbare oppervlakte. De bebouwde grondoppervlakte varieert van 25 m2 voor het hoogste gebouw tot 150 m2 voor de gelijkvloerswoning. Het ontwerp bereikt op die manier een breed publiek, maar toch blijft er verontrusting,  nieuwsgierigheid, onzekerheid.

Verspreid over de wijk worden hoofdvolumes 9 tot 16 als geometrische 'balken' samengesteld uit industriële elementen en hierbij haaks of evenwijdig aan de infrastructuur ingeplant. Deze eenvoudige volumes dienen een maximum aan ruimte te bieden en flexibele indelingsmogelijkheden. Neven- of randvolumes worden georganiseerd onder organische vlakken die ad hoc inspelen op de specifieke terreinsituatie van iedere inplanting. Deze zones laten toekomstige functieuitbreidingen toe. De beide vormcomponenten vullen elkaar aan en/of confronteren en contrasteren onderling, al naargelang de mogelijke invulling met functies en activiteiten.

Twee volumes 17 & 18 bepalen qua vorm, hun wijze van inplanten, het vlakkenspel van toegangswegen en de aard van de tussenruimten, gezamenlijk een ruimtelijke compositie. Door deze compositie ontstaat er een relatie tussen beide woningen, qua concept bestaat er echter een duidelijke nuance. Woning 17 is gevat in een sobere balkvorm. Door zijn exuberante vorm contrasteert woning 18 met de eenvoud van woning 17. De gekromde wanden bepalen zowel binnen als buiten een specifiek ruimtelijk karakter. Het woongedeelte op de eerste verdieping verliest door de geringe hoogte van zijn vloerpas, nauwelijks het contact met de tuin en garandeert toch een panoramisch uitzicht op de omgeving. Zijn soliditeit wordt gearticuleerd door een traditionele constructie in steen en beton.

In functie van de kleine terreinoppervlakte en het sociale budget, wordt op het westelijk gedeelte van de wijk geopteerd voor een balkvormige koppelbouw 19 & 20. De wendbaarheid van de torens t.o.v. de balk biedt optimale oriëntatiemogelijkheden. De toren zelf bezorgt de bewoners hun plekidentificatie.

Gekoppeld aan voorgaande bevinden zich twee woningen 21 & 22 die als product, ontstaan uit onze collectieve tendens naar de neutrale ruimte die smaakt, een loft - naargelang ingevuld en bewoond - een oude fabriek, een groot huis kunnen zijn. De sfeer moet iets hebben van hetgeen we ons herinneren van onze reis door Franse dorpen, van stationnetjes of oude pastorijen .... Het zijn archetypes met eenvoudige geometrische volumes, die geduld uitstralen. Het zijn ruimtes waar de roerselen van een turbulente westerse geestelijke septic tank, op het gemak kunnen bezinken.

In het ontwerp van Frank Delmulle is de woning in het noordelijk deel, achteraan de tuin gesitueerd. Hierdoor bekomt men een optimale bezonning in tuin en aansluitende woonruimte. De vorm van de volumes, hun wijze van inplanten, het vlakkenspel van toegangswegen en de aard van de tussenruimten bepalen gezamenlijk een ruimtelijke compositie. Door deze compositie ontstaat er een relatie tussen beide woningen, qua concept bestaat er echter een duidelijke nuance.

Woning EL-1 is gevat in een sobere balkvorm.  Het gelijkvloers wordt gevormd door een, tussen twee glazen wanden gesitueerde, open vloer waarop een (de buitenwanden niet rakend) volume de technische functies zoals keuken, berging, wc, trap... bevat. Ramen en dakkoepels bepalen op de verdieping in de slaapkamers een bijzondere lichtsfeer. Enkel bij de twee langsgevels van woning EL-1 is de buitenspouwmuur vervangen door  een alu-golfplaten bekleding.

Door zijn exuberante vorm contrasteert woning EL-2 met de eenvoud van woning EL-1. De gekromde wanden bepalen zowel binnen als buiten een specifiek ruimtelijk karakter. Het gelijkvloers met beperkte hoogte omvat technische functies zoals ingang, carport, berging, wasplaats, wc,... Het woongedeelte op de eerste verdieping verliest door de geringe hoogte van zijn vloerpas (2.20 m) nauwelijks het contact met de tuin en garandeert toch een panoramisch uitzicht op de omgeving. Op de tweede verdieping situeren zich de slaapkamers met een eerder gesloten karakter. Zijn soliditeit wordt gearticuleerd door een traditionele constructie in steen en beton. De stenen buitenmuren  zijn voorzien van een afwerking in witte stucco.

De zuid-oostgevel van woning EL-1 en het linker gedeelte van de  zuid-westgevel van woning EL-2 hebben een zelfde okergele kleur waardoor de woningen hun relatie binnen de compositie versterken.

CREDITS

Status: 1989
Team: Frank Delmulle

PUBLICATIES

Konfrontaties in moderne architectuur, 1990: ‘Een promenade in en rond Kortrijk’De Architect, 1991: ‘Pure architectonische improvisaties van Frank Delmulle’ AB-flash, 1991: 'kijkdorp "papeye"' / Domino, 1991: 'Een architecturaal forum in Aalbeke'Trends, 1991: 'Project Papeye: De nieuwe architectuur' / De Singel, 1992: 'Laboral te Aalbeke: Vier muren en een dak'

Sites op het terrein worden toegewezen door loting. Ieder heeft dus een specifieke opdracht, gebonden aan een specifieke plaats en gebuur. Zo ontstaat een ontwerpvrijheid gebaseerd op een perfecte dialoog.
Status : 1989 / Team: Frank Delmulle

Project Papeye

Heading

click to twist